Ik heb contact gehad met Eric-Jan Wösten PA0ERC van de Veron.
Hij zegt:
"
Indien zich geen geval voordoet als bedoeld in het tweede lid van art.10 EVRM, -en dat is het geval omdat de gemeente bereid is mee te werken- dient op grond van art.10 EVRM in verband met art.94 Grondwet, de hoogtebeperkende bepaling in het bestemmingsplan buiten toepassing te worden gelaten, zoals ook de jurisprudentie van de Raad van State duidelijk aangeeft. (Opm.: die kan hij kopiëren uit het door de VERON uitgegeven boek "Amateurradio Antennes – een juridische leidraad" (ISBN 90-70756-41-2) (bijv. pag.211-214, 183-186, 163-167,132-133, bij te voegen en naar te verwijzen)). Er is dan dus geen sprake van afwijking van het bestemmingsplan. De uitgebreide procedure is daarmee juridisch overbodig.
Indien B. en W. daar desondanks voor kiezen, mag dit er niet toe leiden dat aanvrager de daardoor geheven extra leges verschuldigd is, noch deze verplicht mag worden een planschade-overeenkomst aan te gaan.
Over dit laatste is mij overigens geen jurisprudentie bekend en het gaat er om dat de gemeente zich laat overtuigen. Over het algemeen is men nogal huiverig om af te wijken van de gebruikelijke regels.
"
Met andere woorden: een bestemmingsplan en daaruit voortvloeiende planschade is niet relevant bij de plaatsing van een antennemast voor een zendamateur.
Nu nog de gemeente daarvan overtuigen
Rene
Pa1Ra